Installatiejournaal januari 2022 website
In de zuidwestelijk gelegen stad Chongqing is de Chinese Academy of Sciences begonnen met de bouw van een experimentele zonnesatelliet. In een geosynchrone baan op bijna 36.000 kilometer hoogte gaat de met zonnecellen bedekte satelliet zonlicht opvangen om daarmee elektriciteit te produceren. De proefcentrale is uitgerust met zonnepanelen met een capaciteit van 1 MW, een zender stuurt de opgewekte stroom met behulp van microgolven naar de aarde. Daar zal een antenne de elektriciteit opvangen. Het grote voordeel van zonne-energie uit de ruimte is dat de zon er altijd schijnt. Daarnaast is de zoninstraling in de ruimte krachtiger dan op aarde. Dergelijke zonnesatellieten zouden in de ogen van de Chinese wetenschappers, voor eens en voor altijd een einde kunnen maken aan het mondiale energieprobleem. ‘Maar een economisch levensvatbare ruimtekrachtcentrale moet enorm groot zijn, met een totaal oppervlak aan zonnepanelen van 5 tot 6 vierkante kilometer,’ aldus projectleider Wang Xiji. ‘Misschien kunnen mensen op aarde hem ’s nachts in de lucht zien, zoals een ster.’ Als de proef in 2030 naar wens verloopt volgt in 2050 de lancering van een commercieel zonneruimtestation, met een vermogen van enkele gigawatt.
China is niet het enige land dat op dit terrein actief is. Zo experimenteert het Amerikaanse Air Force Research Laboratory sinds 2020 met een zogeheten PRAM-FX, ofwel het Photovoltaic Radio-frequency Antenna Module Flight Experiment. De vierkante sandwich tegel van 30 bij 30 centimeter bevindt zich aan boord van het X-37B ruimtevaartvliegtuig, met de bedoeling om de conversie van zonlicht naar een radio frequentie (RF) microgolf te onderzoeken. ‘Voor zover bekend is dit experiment de eerste proef in de ruimte met hardware die speciaal ontwikkeld is voor zonne-energie satellieten,’ aldus PRAM onderzoeker Paul Jaffe. ‘Het unieke voordeel dat zonne-energiesatellieten hebben ten opzichte van andere energiebronnen, is deze wereldwijde overdraagbaarheid,’ zei Jaffe. ‘Je kunt stroom naar Chicago sturen en, even later, als dat noodzakelijk is, naar Londen of Brazilië.’