Op de Pollutec-beurs begin december, dit keer noodgedwongen in de vorm van een online evenement, waren allerlei innovatieve technieken op milieugebied te zien. De cijfers van het driedaagse evenement spreken voor zich: 2200 exposanten, 400 webinars en 70.000 deelnemers. Ook Nederlandse bedrijven presenteerden zich op de grootste milieubeurs van Europa.
Rijkert Knoppers, Milieumagazine nr. 1, februari 2021
In hoog tempo bracht Cécile Clicquot de Mentque, hoofdredacteur van het blad Green News Techno, op de eerste Pollutec-dag een overzicht van de belangrijkste innovaties die het publiek de komende dagen te wachten zouden staan. ‘Natuurlijk kan ik in zo’n kort bestek niet alle 90 innovaties presenteren, die zich hebben aangemeld,’ vertelde Clicquot de Mentque tijdens een webinar. ‘De betreffende bedrijven zijn actief binnen alle milieusectoren, zoals op het gebied van water, lucht, afval, energie, biodiversiteit en bijvoorbeeld duurzame steden. Wat opvalt is dat digitale oplossingen daarbij in belang toe nemen.’ Als concreet voorbeeld daarvan noemde ze het in Parijs gevestigde bedrijf Eco-Adapt, dat slimme hardware weet te combineren met digitaal gereedschap om zo het energieverbruik van machines te optimaliseren en de levensduur te verlengen. Daartoe gebruikt het bedrijf twee hulpmiddelen: de Power-Adapt, die het energieverbruik meet, analyseert en optimaliseert. En de Predict-Adapt die -het woord zegt het al- bij elektrisch aangedreven motoren op basis van de elektrische signalen voorspellingen doet ten einde de machines beter te laten functioneren.
Diversificatie
Ging het bij dat bedrijf om een zo efficiënt mogelijk gebruik van de beschikbare bronnen, bij een tweede mogelijke milieustrategie ligt de nadruk op het diversifiëren van de beschikbare bronnen. ‘Dit is een traditionele aanpak,’ verduidelijkt Clicquot de Mentque. ‘In het geval we niet kunnen bezuinigen op de benodigde bronnen zullen we nieuwe bronnen moeten vinden. Daar spelen dan geopolitieke factoren een rol, bijvoorbeeld als het gaat om zeldzame metalen, die alleen in een beperkt aantal landen te vinden zijn.’ Ook economische aspecten zijn van belang, hoe kleiner de afstand is die je moet overbruggen om bepaalde bronnen te kunnen verkrijgen hoe minder geld er mee gemoeid is. En dat is ook goed voor de ecologische voetafdruk. Een derde strategie betreft ecodesign, waarbij het gaat om producten uit milieuoogpunt zo optimaal mogelijk te ontwerpen, rekening houdend met de gehele levenscyclus. ‘Je ziet deze aanpak in opkomst is bij bijvoorbeeld apparaten voor energieopslag,’ aldus Clicquot de Mentque. ‘Er komen steeds meer soorten batterijen, die opgebouwd zijn uit telkens ander materiaal, terwijl ook de mogelijkheden tot recycling in toenemende mate aandacht krijgen.’
Super zonnepaneel
Aan de virtuele Pollutec-beurs deden volgens de officiële gegevens 987 bedrijven mee, ongeveer de helft kwam uit Frankrijk, Nederland stond met 19 deelnemers samen met Engeland op een gedeelde zevende plaats, voor landen als China, Zwitserland, Bulgarije en Portugal. Een van de opvallende deelnemers uit ons land was het in Den Haag gevestigde startup bedrijf Supersola, dat een zonnepaneel op de markt brengt dat zonder de tussenkomst van een installatiebedrijf door de bewoners op het lichtnet valt aan te sluiten. Er komen geen schroeven aan te pas, een aan het zonnepaneel bevestigde watertank zorgt ervoor dat de installatie op zijn plaats blijft staan. ‘De installatie verloopt eenvoudig, je moet het paneel met zijn tweeën naar het dak dragen. Daar vul je het reservoir met water, dat geeft voldoende ballast,’ verduidelijkt business developer Kalle Sølvsteen. ‘Vervolgens doe je de stekker in een geaard stopcontact, de ingebouwde micro-omvormer zorgt ervoor dat de opgewekte stroom geschikt is voor levering aan het elektriciteitsnet.’ Deze laagdrempelige aanpak is vooral geschikt bij een toepassing van hooguit acht zonnepanelen, bij grotere aantallen is er meestal één grote omvormer, die de opgewekte elektriciteit levert aan het elektriciteitsnet. Ook voor bewoners die weten dat ze op afzienbare termijn zullen verhuizen kan het Supersola paneel aantrekkelijk zijn.
Afval
Een ander product van Nederlandse makelij is de EcoScan, een gratis app over afvalscheiding. Wie niet weet in welke afvalbak een bepaald product hoort, maakt even een foto of een scan van de barcode, en zie: daar is het antwoord. Geen overbodige luxe, stelt het in Enkhuizen gevestigde bedrijf, want een kwart van het huishoudelijk afval belandt momenteel ten onrechte in de verbrandingsoven. Inmiddels bevat de EcoScan ruim 200.000 barcodes van supermarktproducten, maar er moeten nog meer bij. ‘De productherkenning werkt in principe even goed in de internationale markt,’ vertelt initiatiefnemer Rick Buiten. ‘Alleen de adviezen ten aanzien van de geschikte containers zijn nu nog gebaseerd op de Nederlandse situatie, we zijn overigens bezig om gedetailleerder in kaart te brengen welk soort afvalcontainers in een bepaald gebied voorhanden zijn.’ De scan is in principe gratis, de inkomsten voor het bedrijf komen voor een deel uit reclames, terwijl inmiddels ook afvalbedrijven tegen betaling de app gebruiken.
Het bedrijf The Waste Transformers uit Amsterdam houdt zich sinds 2014 op een andere manier met afval bezig. Met behulp van een modulaire anaerobe vergister kunnen bedrijven en gemeentes zelf hun organische (voedsel) afval upcyclen op de plek waar het ontstaat. ‘Het is een interessante aanpak voor bijvoorbeeld hotels, winkelcentra, luchthavens, voedselproductie bedrijven en ziekenhuizen,’ zegt Marketing Manager Coen Bakker. ‘De kleinste installatie is ondergebracht in twee zeecontainers, deze kan tot 350 kg organisch afval per dag verwerken. Tijdens het vergistingsproces ontstaat er biogas. Een warmte-krachtkoppellingsinstallatie (wkk) zet het biogas vervolgens om in warmte en elektriciteit die terugvloeit naar het gebouw.’ Bij grotere installaties is het mogelijk om tot 3.600 kg afval per dag te transformeren. Het bedrijf is wereldwijd actief, dichter bij huis komt er onder andere een Waste Transformer bij de Johan Cruijff ArenA.
Contracten of contacten
Tijdens een beknopte Pollutec-lezing “Made in Holland” liet Joris Houtman, directeur van de NBSO (Netherlands Business Support Offices) te Lyon zien welke Nederlandse milieubedrijven binnen Frankrijk actief zijn. Hij wees er daarbij op dat de lijst op de website van Pollutec met deelnemende bedrijven niet volledig is, op de virtuele stand van NBSO zijn ook nog andere Nederlandse bedrijven te vinden, zoals Banzo uit Hoogeveen, gespecialiseerd in recyclinginstallaties, en Knapzak uit Tilburg, een bedrijf dat zich toelegt op afvalscheiding en -verzameling.
Dat de Franse markt voor Nederlandse bedrijven niet eenvoudig te benaderen is, zal niemand verbazen, al was het maar vanwege de taalbarrière. ‘Maar in feite is geen enkele buitenlandse markt makkelijk toegankelijk, ook bijvoorbeeld de Duitse markt niet,’ verklaart Houtman. ‘Je hebt natuurlijk te maken met culturele verschillen. Maar de aanpak van Nederlandse bedrijven is bovendien vaak onvolledig, het is niet namelijk voldoende om op een beurs een stand te hebben. Nederlanders gaan naar huis en gaan zitten afwachten, maar het echte werk komt na de beurs, dan moet je verder gaan met het opbouwen van je netwerk. Nederlanders zijn veel te veel gericht op het snel afsluiten van contracten, je moet beseffen dat het bij Fransen in eerste instantie gaat om het leggen van contacten.’