Interview met de Amerikaans energiedeskundige Jeremy Rifkin
Rijkert Knoppers, in: Technisch Weekblad nr. 20, 19 mei 2017
In de toekomst produceert elk gebouw zelf de benodigde energie, dankzij zonnepanelen op het dak, een decentrale geothermische centrale of bijvoorbeeld een kleine windturbine. Daarnaast kan elk gebouw beschikken over opslagfaciliteiten voor elektriciteit of voor warmte. Waterstof, vliegwielen, condensatoren, opgepompt water of vloeistofaccu’s of gesmolten zout, er zijn diverse opslagtechnieken voorhanden. ‘De mini energiecentrales met de bijbehorende energieopslagsystemen zijn twee van de vijf pilaren van de derde industriële revolutie die momenteel gaande is. De andere drie pilaren houden in dat er een opkomst van duurzame energie plaats vindt, dat het internet gaat zorgen voor de verdeling van de decentraal opgewekte energie en dat het transport in de toekomst verloopt met elektrische accu- of brandstofcelauto’s .’ Aan het woord is Jeremy Rifkin (1945), de Amerikaanse energiedeskundige, die in het verleden niet alleen de Europese commissie, het Europees parlement en de Chinese overheid adviseerde op energiegebied, maar die vorig jaar ook voor de metropoolregio Rotterdam-Den Haag een roadmap rond technologische ontwikkelingen samenstelde. Afgelopen week was Rifkin gastspreker op het jaarcongres van het Gelders Energieakkoord, een koepelorganisaties van ruim 185 bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties, die als gezamenlijke doelstelling hebben om Gelderland in 2050 energieneutraal te maken. Een goede gelegenheid voor een interview!
Volgens Rifkin zal de derde revolutie door de combinatie van de internettechnologie en de grootschalige introductie van hernieuwbare energie opnieuw zorgen voor fundamentele veranderingen. Deze omwenteling komt na de eerste industriële revolutie, die ontstond door de opkomst van de stoommachine, en de tweede revolutie na de introductie van elektriciteit. Opvallend is, dat de markt het werk zal doen, er hoeft geen subsidie of stimulerend overheidsprogramma aan te pas te komen. ‘Op basis van diverse wetenschappelijke studies hebben we geconcludeerd dat zonne-installaties en windturbines binnen 25 jaar voor de totale mondiale energievoorziening kunnen zorgen,’ belooft Rifkin. ‘Een belangrijk aspect hierbij is dat de prijs van de duurzame energiesystemen in de loop van de komende tijd drastisch zal dalen, net zoals dat bij de computerindustrie is gegaan. In 1959 kostte het huren van de eerste commerciële computer, de IBM 1401, 30.000 dollar per jaar. In 2012 was de goedkoopste computer ter wereld, de Raspberry Pi, te koop voor 25 dollar. Een huidige mobiele telefoon bevat een duizend keer groter geheugen dan de oorspronkelijke Cray-1 A computer uit eind jaren 70. En die kostte 9 miljoen dollar! Wat betreft zonnecellen kunnen we verwachten dat na elke verdubbeling van de industriële productiecapaciteit de prijs met 20 procent zal dalen.’
Hoe kijkt Rifkin inmiddels aan tegen de waterstofeconomie, waar hij 15 jaar geleden in zijn gelijknamig boek zo optimistisch over deed? ‘Waterstof is nog steeds de holy grail, je kunt het modulair inzetten voor opslagsystemen bij appartementen en het is goed bruikbaar bij grootschalige elektriciteitscentrales,’ aldus Rifkin. ‘Maar de belangrijkste toepassing is vanaf het jaar 2020 te verwachten binnen de auto-industrie. Daimler, Ford en Nissan werken momenteel al samen om een brandstofcel te gaan maken. Deze samenwerking zal naar verwachting leiden tot standaardisatie van deze techniek. Als je praat over elektrische auto’s dan heeft de brandstofcelauto als groot voordeel dat de actieradius groter is dan de accuauto. Dit betekent een belangrijke paradigmashift binnen het elektrisch vervoer.’
Gaat de opkomst van het decentraal opwekken van elektriciteit bij gebouwen ook het einde van de grootschalige elektriciteitscentrales betekenen? Dat is inderdaad het geval, aldus Rifkin. Kerncentrales zijn in zijn ogen nooit een schone bron geweest, bovendien raakt de uranium op. Fossiel gestookte centrales hebben allang hun hoogtepunt bereikt, of zoals hij in zijn boek “De Derde Industriële Revolutie” (2014) stelt: “Olie en andere fossiele brandstoffen die de industriële levenswijze bepalen zijn op weg naar de uitgang, en de technologieën die op basis van deze brandstoffen ontstonden en erdoor worden aangedreven, zijn verouderd.”
En dan die andere, veel genoemde belofte: het importeren van elektriciteit afkomstig van zonthermische krachtcentrales? Bijvoorbeeld uit de Sahara? ‘Het importeren van stroom over dergelijke lange afstanden is niet aantrekkelijk, zeker omdat binnen de Europese landen genoeg ruimte is voor zonne-energie,’ aldus Rifkin. ‘Binnen afzienbare tijd zijn er fotovoltaïsche zonnecellen geïntegreerd in glazen ramen, in de façades of op dakpannen. En het voordeel van regionale opwekking is dat je geen transportverliezen hebt.’